Blog NL

Persoonlijk en toch niet particulier

De afgelopen tijd loop ik te broeden op een typisch non-fictie probleem. Namelijk over het onderscheid tussen particulier en persoonlijk.

Dat moet ik misschien even uitleggen. Een particuliere beschrijving maakt dat een tekst eigenlijk alleen maar interessant is voor de mensen om je heen. Goed gekozen persoonlijke details daarentegen hebben iets universeels, waardoor je een personage leert kennen; het wilt blijven volgen. Maar waar ligt de grens?

Een prachtig voorbeeld van een geslaagd persoonlijk detail vond ik in dit verhaal in de New York Times over een Amerikaanse docent die een high school shooting meemaakt waarbij twee van haar leerlingen overlijden:

‘Sommige van de overlevende leerlingen hadden hun met bloed en glas besmeurde schoenen op de stoep van de school achtergelaten, maar mevrouw Schamis had het vreemde gevoel dat ze die van haar mee naar huis moest nemen en ze steeds opnieuw moest afvegen tot ze schoon waren.’

Bloedbesmeurde schoenen

Docent Schamis is de held van het verhaal en of ze sport, of ze van lezen houdt, of ze zelf is opgegroeid in een warm gezin, we komen het allemaal niet te weten. Maar wel dat ene detail: dat ze haar met bloed besmeurde schoenen na de schietpartij mee naar huis nam en eindeloos lang bleef boenen.

Bij fictie, bij een verzonnen verhaal, heeft een personage bij uitstek een beperkt aantal interesses en talenten. Ze zijn allemaal relevant voor het verhaal. Hun rare eigenschappen brengen een karakter tot leven en laten het verhaal voor ons ontvouwen.

Essentie

In non-fictie is dat anders. Als maker wil je de eindeloos brede, weerbarstige werkelijkheid terugbrengen tot de essentie. Of eigenlijk: tot de voor jouw verhaal relevante essentie. Alles wat niet nodig is, moet weg. Less is more.

Maar dat is moeilijker dan je misschien denkt. Als je personage teveel karaktertrekken heeft, dan wordt het particulier. Niets is uitvergroot; het personage heeft van alles wat en die kwaliteiten drijven je hoofdpersoon en dus ook de plot niet voort.

Uitzoomen dan maar en heel globaal zijn? Dat werkt ook niet; als iemands eigenschappen heel algemeen zijn, wordt het gek genoeg ook weer particulier en zelfs een cliché: meneer Hendriks is dol op eten. Ja wie niet? Beter is: meneer Hendriks kan niet voorbij een ijswinkel lopen zonder alle varianten op ijs met chocola te bestellen.

Karaktertrekken

Het gekke is dat vaak juist die hele persoonlijke details iets universeels vertellen. Want als ik lees hoe mevrouw Schamis haar schoenen mee naar huis nam en ze maar bleef schoonboenen, vraag ik me af, wat zou ik doen, zou ik mijn schoenen hebben laten staan? Hoe zou ik zo’n gebeurtenis verwerken?

Tsja, het moet gezegd, fictie schrijvers die beginnen bij de verbeelding en dan de brug slaan naar de werkelijkheid, hebben het een stuk makkelijker. Dat kwam er in me op toen ik, met gepaste jaloezie, deze gedachte las van een personage in Intermezzo van Sally Rooney:

Kan de diepe jeugdimpuls om je moeder te vertrouwen, om het met haar eens te zijn tegen jezelf, ooit worden teruggedrongen door de relatief dunne kracht van argumenten?


Werk je aan een mooi project en zou je willen sparren met een story doctor over wat nu het emotionele hart van je verhaal is? Stuur me een berichtje.

Foto: Pexels/Goumbik

You Might Also Like...