Hoe meer ik me verdiepte in storytelling, hoe meer ik mijn interesse in het nieuws verloor. Ik bereikte een punt waarop ik me realiseerde dat ik vaak nieuws als huiswerk zie en verhalen als speeltijd. Natuurlijk wil ik lezen of het Spoetnik-vaccin werkt en zonder bijwerkingen. Maar zoals de pandemie ons nog maar eens heeft laten zien, is wat onze media beslaat, een zeer beperkte weergave van de werkelijkheid.
Het lijkt erop dat alle technologische ontwikkelingen er alleen maar toe leiden dat we meer nieuws creëren. Terwijl ik de tweets van de president van een ander land niet hoef te volgen. Ik leer liever van de ervaringen van andere mensen. Hoe verdragen ze een dictatuur en verliezen ze hun huis, hun baan? Dat zijn verhalen die zelden binnen de kaders van het nieuws vallen.
Ik geef toe, ik raak gemakkelijk verliefd op een verhaal. Het is me meer dan eens overkomen dat ik geen medium kon vinden dat bereid was om een verhaal over menselijk leed te publiceren. Dat wil zeggen, niet voordat er weer een oorlog in dat deel van de wereld uitbrak. (De grootste grap was dat ik mensen had geïnterviewd die gevlucht waren voor wat al snel de Islamitische Staat zou worden – maar de landelijke krant waarvoor ik schreef, was alleen geïnteresseerd in een stuk als ik er zelf heen ging.)
Nieuws gebeurt keer op keer, net als de golven in de oceaan. Maar om de stroming eronder te zien, moet je een stap terug doen. Om echt te begrijpen wat er gebeurt, om de beproevingen van andere mensen in ons te laten resoneren, om getransformeerd te worden door hun ervaring, hebben we verhalen nodig die vertellen over de stroming, niet over de golven.
De bloemlezing ‘Koerdische vrouwenverhalen’ van Houzan Mahmoud laat de stroming zien. Het boek bevat 25 levensverhalen van Koerdische vrouwen en de tumultueuze geschiedenis van hun gebied vanaf de jaren vijftig tot nu. Vrouwen uit het Midden-Oosten zien we in het nieuws meestal huilend over een kist gebogen. De interviews in dit boek laten hun eindeloze veerkracht zien. De vrouwen in deze bundel ondergaan niet lijdzaam de vele conflicten in hun land, maar strijden zelf mee.
Ik ben er trots op dat in deze prachtige bloemlezing twee verhalen zijn gepubliceerd waaraan ik samen met mijn vriend “Hatau” heb gewerkt. De interviews vonden plaats gedurende een paar dagen en maakten veel indruk op me. Van beide verhalen geef ik één quote – hun hele verhaal lees je in het boek.
Kobra (die nu midden vijftig is en vertelt over wat ze meemaakte als jonge vrouw): “Ik werd naar een martelkamer in de kelder gebracht. Ik zag kettingen aan de muur hangen en een metalen bed met een zwarte bovenkant. De man vertelde me: ‘Ik zal je leven zo zwart maken als de bovenkant van dit bed.’”
Nasreen: “Mijn eenheid waren allemaal goede vechters geweest. De meesten van ons waren jong, sommigen nog geen zestien, en ongelooflijk dapper. Waarom hadden we het bevel gekregen om een slagveld tussen twee legers binnen te marcheren? Waarom was er geen back-upplan toen het Iraakse en Iraanse leger ons naderde?”
Ik draag hun verhalen in mijn hart. Ze hebben me geleerd dat we tot veel, veel meer in staat zijn dan we denken.