We hadden net gegeten en zaten nog op de grond, toen mijn goede vriend Nimr liet vallen dat zijn zoon zich bij ISIS had aangesloten, maar inmiddels weer terug was. Het liet het me niet meer los. Ik dacht terug aan de eerste keer dat ik hem ontmoet had, zijn zoon, een jochie van zeven met feloranje slippers die de poort opendeed voor zijn vader en toen verlegen glimlachte naar die gekke buitenlander die eruit zag als een gewone vrouw, gewoon in het zwart, maar zodra de poort sloot gelijk van alles uittrok.
Ik vroeg me af of Omar zich ooit bij die terreurgroep zou hebben aangesloten als hij niet zo in de greep was geweest van de tragische levensloop van zijn vader. Vaders en zonen, en doorgegeven missies, daar moest ik iets mee.
Tapas
Ik ging aan de slag en zocht gelijk een aantal meelezers. Een daarvan was P. P kende ik van mijn meditatiegroep, hij was een gegronde man en een warme vader, kortom, de ideale meelezer.
Goed een jaar later zaten we in een tapasrestaurant aan het Spui. Ik prikte een champignonnetje weg en nam een slok wijn. Hij had de eerste twee concept-hoofdstukken gelezen, zei hij. En toen: ‘Ik heb niet zoveel met die jongen, of met zijn vader. Ik vond het niet zo interessant.’
‘Niet?,’ vroeg ik en dacht: komma?
‘Nee, Irak is ver van mijn bed.’
‘Ah,’ stamelde ik, ‘ja’.
Gestolen uurtjes
Aangeslagen toog ik een week later naar mijn schrijfgroep. Had hij gelijk en had ik helemaal geen verhaal? Mijn goede vriendin en schrijfgroepgenoot Corien sprak me stevig toe. ‘Meelezen in deze fase moet je ook niet overlaten aan een lézer,’ zei ze. ‘Daar heb je ons voor.’
Medeschrijvers, leerde ik in de jaren die daarop volgde, kunnen het verhaal zien dat er kàn zijn. Ze zien waar een personage nog niet uit de verf komt, dat je je verhaal op het verkeerde moment laat beginnen, dat de spanningsboog nog niet juist gespannen is.
We schrijven vaak alleen en in gestolen uurtjes. Van achteroverleunen en reflecteren op je verhaal komt het dan niet. Daarom is het waardevol om je soms gewoon een week af te sluiten van de wereld en je alleen maar op je verhaal te storten. En nog fijner als je tijdens zo’n week ook de inbreng krijgt van andere schrijvers, die je verhaal al zien ook al staat het nog in de grondverf. Want een verhaal schrijven is toch ook een kwestie van lagen aanbrengen, net zolang tot het klopt.
Kasteel Terborgh
Van 10-15 september organiseer ik daarom een schrijfweek in Brabant. Overdag werkt iedereen aan zijn eigen manuscript (dat kan fictie of non-fictie zijn). Loop je vast, dan kun je mij vragen om met je mee te denken, of een wandeling maken in de omgeving (het kasteel ligt aan het Pieterpad). Om vijf uur ’s avonds komen we bij elkaar en lezen elkaars werk aan elkaar voor. Dan is er gelegenheid voor discussie en reflectie. ’s Avonds dineren we gezamenlijk en dan kunnen de avondschrijvers weer achter hun laptop kruipen, terwijl de ochtendschrijvers vast het licht uitdoen.
Heb je aan manuscript en is dit het jaar dat je dat eindelijk af gaat schrijven? Kijk dan hier voor meer informatie over de schrijfweek, of mail me voor meer informatie.
Foto: Yannick Pulver/Unsplash