Toen ik haar voor het eerst ontmoette, in het aftandse provinciehuis van Kirkuk, droeg ze een hoofddoek, onmodieuze kleren en keek ze schichtig om zich heen.
De toiletten in het provinciehuis, waar je alleen maar binnenkwam na uitgebreid gefouilleerd te worden, waren zo vies dat vrouwen er niet naartoe gingen. De werkdagen duurden ook maar van tien tot twee. Iedere politicus had zijn eigen militie, een bende in schutkleuren gehulde bodyguards die verveeld op de hang rondhingen. De elektriciteit viel de helft van de tijd uit en de computer ging eigenlijk alleen maar aan om naar Facebook te gaan. Buiten dat gebouw viel er voor vrouwen al net zo weinig te beleven, want cafés of sportclubs voor vrouwen waren er niet.
Auto-ongeluk
Ik herinner me nog hoe ongelukkig ze daar was. Ze zat vast in een ongelukkig huwelijk met een man die haar stappen nauwgezet volgde, en daar alle tijd voor had, want hij weigerde zelf te werken. Het was ook niet de man van haar keuze; ze was uitgehuwelijkt. Ze had een goedbetaalde baan bij een hulporganisatie, maar al haar bezit, tsja Iraakse wetgeving, kwam bij haar man terecht. En toen stierf ook nog eens hun oudste zoon bij een auto-ongeluk.
Op een bepaald moment besloot ze dat het genoeg was geweest.
Powerjurkje
Afgelopen week zag ik mijn vriendin weer, vijftien jaar later nu, voor de derde keer sinds ze in Zwitserland woont. Golvend halflang haar, een prachtige glimlach, een getailleerd zwart powerjurkje. Het was heerlijk om haar te zien stralen.
‘Ik zou eigenlijk een boek over mijn leven moeten schrijven,’ zei ze.
‘Nou!’ riep ik.
Na zoveel tegenslag en ondanks alle pijn, had ze zichzelf aan haar haren uit de shit getrokken.
Hoe ze dat voor elkaar had gekregen?
Hoofddoek
Gewoon, ze had gesolliciteerd en werd aangenomen bij de Verenigde Naties in Zwitserland. Ze was slim, sprak vloeiend Engels en was niet bang om hard te werken. Haar twee kinderen nam ze mee en die man liet ze in Kirkuk achter.
‘Ach, je weet de helft nog niet,’ zei ze. ‘Dacht je dat het een lange weg was van Kirkuk naar Zwitserland? Je hebt geen idee hoe lang de weg was van mijn geboorteplaats Mosul naar Kirkuk.’
In Irak, Iran, Syrië – overal zijn er moedige vrouwen die het heft in handen nemen. Die anderen inspireren om niet op te geven. En toch vraag ik me af, had jij net zo met haar meegeleefd als ze haar hoofddoek om had gelaten?
Het lag op het puntje van mijn tong om voor te stellen dat ik haar zou interviewen, maar ik bedacht me. Een vrouw die zo’n weg heeft afgelegd, kan dat prima zelf. Dus gaf ik haar drie tips:
1 Leer de basics
Als je je eigen kast wilt timmeren, ga je je ook eerst in de basistechnieken verdiepen. Zorg dat je eerst meer te weten komt over schrijven. Koop een goed boek over schrijven (bijvoorbeeld Wired for story van Lisa Cron; The art of subtext van Charles Baxter of Writing Tools van Roy Peter Clarke).
2 Doe een gedegen warming-up
Nog beter: volg een schrijfcursus. (Bijvoorbeeld, en ik heb deze school al eerder genoemd, maar het is de beste schrijfschool die ik ken: https://internationalwriterscollective.com/.)
3 Laat je inspireren
Verzamel voorbeelden van projecten die jou inspireren bij jouw verhaal. Een film, een podcast, maakt niet uit, alles wat jou inspireert. En bestudeer die voorbeelden dan. Wat spreekt je er zo in aan?