Portfolio

I want to break free

Project vanuit Albanië’s enige vrouwengevangenis

Albanië wil toetreden tot de Europese Unie, maar de armoede en corruptie maken dat onder meer Nederland aarzelt. Het land telt maar één vrouwengevangenis. De meeste vrouwen komen hier terecht uit armoede; ze zitten vast voor bedelen, drugskoerierschap of prostitutie. Samen met fotograaf Bernadet de Prins bracht ik twee keer twee weken door achter de groene poort van Gevangenis 325. We hadden hartverwarmende ontmoetingen, hebben uitbundig gedanst en af en toe een traantje weg gepinkt. Onze verhalen daarover verschenen in Knack, Wordt Vervolgd, Opzij en de Volkskrant.

Foto’s Bernadet de Prins, tolk Oltjona Beleshi

Vrouwen in Albanië krijgen lange straffen. Dat komt door een opeenstapeling van factoren; te beginnen met dat een op de drie geen advocaat kan betalen. Een advocaat van de staat krijgt 40 euro voor een zaak en komt vaak pas opdagen in de rechtbank. De vrouwen hebben ook niet het geld om politieagenten of de rechtelijke macht om te kopen – iets wat veelvuldig gebeurt in Albanië.

In een poging de corruptie tegen te gaan, worden momenteel alle rechters door de mangel gehaald en tot nu toe blijkt slechts een magere veertig procent ‘schoon’ te zijn. Als vrouwen eenmaal vast zitten, voldoen ze vaak niet aan de voorwaarden voor vervroegde vrijlating. Net als in Nederland bestaat wettelijk het recht om bij goed gedrag na het uitzitten van twee derde van de straf vrij te komen, maar in Albanië moeten gedetineerden daarvoor terug naar de rechter. Die beoordeelt of de vrouw een stabiel thuisfront heeft, met een baan en een huis. Maar na een jarenlange celstraf is dat vaak niet meer het geval.

Binnen vinden de vrouwen steun bij elkaar. Ze brengen de dag door op de open binnenplaats, kletsend, hakend, dominoënd en, als iemand jarig is en er muziek door de boxen schalt, dansend – ‘Maruananana.’ De moed en daadkracht van de vrouwen trof ons.

De meeste indruk maakte Lola, met haar lange donkere staart, teiltje met wasgoed in de handen, haar intense blik. Op haar achttiende werd ze uitgehuwelijkt en zelfs in de rechtszaak deed ze wat haar man haar opdroeg: ze hield haar mond. 33 is ze en ze zit een straf uit van 16 jaar voor moord op haar kind (zelf zegt ze dat het wiegendood was).

‘Buiten was ik getrouwd, ik was onderdanig aan mijn man en gaf niet snel mijn mening. Hier vond ik een ander deel van mijzelf. Ik reflecteer op mezelf. Ik heb geleerd dat ik sterk ben en dat ik een optimist ben.’ Laatst kwam de vrouw van haar broer langs en zei tegen Lola dat, als ze vrij kwam, ze snel weer een man voor haar zouden vinden. ‘Ho! Nee!’ zei Lola. ‘Straks ga ik mijn eigen leven leiden.’

De artikelen die we voor dit project maakten, verschijnen deze zomer onder meer in het Vlaamse Knack, de Volkskrant, Wordt vervolgd en in Opzij. We werken nog aan een tentoonstelling.

De gedetineerden hebben ieder hun eigen pseudoniem gekozen om herkenning en stigmatisering voor te zijn. Deze publicatie kwam mede tot stand dankzij de onmisbare bijdragen van Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten, Free Press Unlimited van het Postcodeloterijfonds en het Matchingsfonds van De Coöperatie. Met dank ook aan gevangenisdeskundige Jan van den Brand en tolk Oltjona Beleshi.

You Might Also Like...