Storytelling is in feite een manier om informatie te structureren, maar dan een die precies aansluit op hoe onze hersenen werken. Die zoeken namelijk altijd naar betekenis, altijd naar “en toen?”
Om een verhaal te kunnen vertellen, ga je op een andere manier je informatie verzamelen. Centraal staan niet de feiten maar de beleving. Want de feiten mogen in iedere cultuur, in iedere groep hetzelfde zijn, we handelen naar wat die voor ons betekenen.
Een goed verteld verhaal leest niet als huiswerk; het laat je verplaatsen in degene die de gebeurtenissen ondergaat. Daarom is storytelling nu zo belangrijk, in een tijd van informatie overvloed. Omdat het aansluit bij onze natuurlijke manier van informatie opnemen, blijven verhalen ook beter hangen.
Dat we informatie via steeds meer kanalen tot ons nemen – steeds meer online, maar ook nog steeds offline – vraagt van ons makers dat we onze verhalen ook op steeds meer kanalen brengen. Kortom, dat we gelaagdheid aanbrengen in onze verhalen. Wat vertel je op welk medium? Hoe voeg je een gesproken laag toe aan beeld, of tekst aan foto’s? Dat vergt maximale schrijfkracht.
Verhalen bereiden je voor op de toekomst – en daarmee zijn we weer terug bij wat nieuws voor ons betekent. De beste storytelling verbindt hoofd, hart en buik.