Blog NL

Denk je wel eens aan al jouw ongeleefde levens?

Een paar jaar terug reed ik met mijn goede vriend Mohammed even buiten Hawija, een slaperig stadje in de woestijn buiten Kirkuk (waar kort erna een Nederlandse bom een munitiefabriek zou treffen, met zeker 70 doden tot gevolg, waardoor Hawija op slag alsnog beroemd zou worden en een Nederlandstalige Wikipedia-pagina zou krijgen).

Op een kruispunt haalde een boer in djellaba de laadbak van zijn pick-up truck naar beneden. Hij tilde er een paar dozen met aubergines uit en stalde die op het punt waar de ene zandweg de andere kruiste. Er was verder niemand.

Ik draaide me om en riep: ‘Kijk nou!’

Ondersteboven

Mohammed keek verschrikt op. ‘Wat?’ Mijn goede vriend is een kameleon die vele talen spreekt en te slim is om slechts één baan tegelijk te hebben in Irak, maar autorijden is niet zijn forte. Samen hadden we al de nodige auto-ongelukken gehad en bij de laatste, daar niet ver vandaan, waren we over de kop langs de kant van de weg beland. Toen we zo klem zaten, was ik in een onbedaarlijk lachen uitgebarsten. Ik bedoel, ik was volledig in het zwart gehuld om niet op te vallen – en daar lagen we dan. Dat was het moment dat Mohammed schrok.

Ik wees naar de boer. ‘Die man daar met zijn aubergines op deze godverlaten plek. Wie maakt dat nou mee?’

Mohammed knikte opgelucht, maar ik herinner me dit moment als een van de gelukkigste van mijn leven.

De nacht doorbrengen

Veel van mijn verhalen worden gedreven door de vraag: hoe zou het zijn? Hoe zou het zijn om een jarenlange straf uit te zitten in Albanië’s enige vrouwengevangenis en een slaapzaal te delen met iemand die in haar psychose haar man met een bijl heeft vermoord? Hoe zou het zijn om prostituee te zijn in een land als Irak waar je als vrouw alleen niet eens een hotelkamer kunt huren? Hoe zou het zijn om als onafhankelijke Rwandese journalist verhalen naar buiten te brengen terwijl de president van jouw land je wil vermoorden? Of een vrouwelijke Peshmerga, een Koerdische vrijheidsstrijder, en in Iran de bergen in te trekken met je kameraden, zonder te weten waar je de nacht zult doorbrengen?

De belofte om in de huid te kruipen van een ander heeft iets magisch. Zal het me lukken om contact te krijgen? Kan ik voelen hoe het is om die ander te zijn? (Het gaat me niet om hoe die ander naar de wereld kijkt. Liever niet zelfs, want het is lastiger om me te verplaatsen in iemand die Trump of Putin adoreert.) Kan ik iets van zijn/haar pijn voelen, de trots, de schaamte?

Herken je het? Nee?

Geeft niet. Inmiddels heb ik wel begrepen dat niet iedereen daar zo op aanslaat. Het zal vast iets te maken hebben met mijn benauwende jeugd, misschien ervaar ik contact met vreemden intenser. Of hoop ik onbewust door intens mee te leven met andermans pijn iets van mijn eigen verleden te verwerken. Of is het gewoon het besef dat je maar één leven hebt, en dus ontelbare nooit zult leven. 

Het maakt niet uit. Het gaat erom dat je weet waar de haren op jouw onderarmen van overeind gaan staan. Want dan weet je ook welk verhaal bij jou past. En al die andere verhalen? Laat ze gaan. Er is vast iemand anders die ze ooit vangt.

You Might Also Like...