Ik moet nog vaak denken aan de blauwe plek van Ginger. Zo veelzeggend kan een goed gekozen detail kan zijn.
Ginger is een personage in Woody Allen’s film Blue Jasmine. De film gaat over twee zussen. De een is een rijke snob die mannen om haar vinger wint. Haar zus is niet zo gefortuneerd, ze heeft een laag zelfbeeld en verwacht weinig van het leven en de liefde. Dat zie je terug in alles wat ze doet. Maar dat vind je ook allemaal terug in één beeld: de blauwe plek op haar bovenarm, die de hele film zichtbaar blijft, want Ginger draagt shirts met korte mouwen. Ginger is zich niet bewust van wat die blauwe plek over haar vertelt. Maar Jasmine zou nooit iets doen wat haar een blauwe plek kan bezorgen, en als ze die toch opliep, zou ze hem aan niemand laten zien.
De ladder van abstractie
Hoe schrijf je nou een verhaal dat je lezer naar de strot vliegt? De belangrijkste tip is misschien wel om te denken aan de ladder van abstractie. De wat? Hoor ik je zeggen. Misschien goed om het even te tekenen. Teken voor jezelf een ladder. Bovenaan staat de universele waarheid, bijvoorbeeld het verlangen om te leven. Onderaan een lege wastrommel.
Vaak als we schrijven bevinden we ons ergens halverwege die ladder: veel mensen zijn ziek door corona en hebben milde symptomen. Om maar iets te noemen. Ga je omhoog op die ladder, dan gaat het bijvoorbeeld over wat ziek zijn betekent voor een mens, of voor de samenleving: het verlangen om te leven, om maar iets te noemen. Ga je naar beneden op die ladder van abstractie, dan gaat het over Jannie die (letterlijk) halverwege de trap zit; ze heeft een jaar geleden covid gehad en sleept zich tree voor tree omhoog omdat de wasmachine op zolder staat en ze nog steeds niet genoeg lucht in haar longen heeft.
Het gaat er dus om dat je behendig de trap op en af gaat, en niet te veel in het midden blijft hangen. Hoe behendiger je van het grote filosofische perspectief naar de kleinste details kunt duiken, hoe meer je de lezer meeneemt in jouw verhaal. Je vertelt iets heel particuliers, waarin de lezer je op de voet volgt, en dat tegelijk universeel is, dat resoneert bij je lezer. Dat zijn zo van die dingen waar ik aan denk als ik weer eens een blauwe plek op mijn arm vind.