Ik ben stiekem weer aan het schrijven. Als mensen ernaar vragen, mompel ik iets vaags. ‘Ik weet nog niet wat het wordt, dus ik houd het liever voor me.’ Dat meen ik ook echt, alhoewel inmiddels best veel mensen weten waar ik over schrijf.
‘Je hebt je het verhaal nog niet helemaal toegeëigend,’ zei mijn vriendin, schrijfster Corien van Zweden laatst, toen we samen zaten te lunchen bij een tentje aan de andere kant van het IJ. Ik wilde gelijk mompelen dat ik me het best had toegeëigend, maar gelukkig deed ik dat niet en liet ik haar uitpraten.
Geloof
Want Corien weet waar ze het over heeft. Ze schreef zelf een ingrijpend boek over hoe haar grootvader en haar vader werden getekend door de oorlog en haar opa wel, maar haar vader juist geen steun vond in het geloof (getiteld ‘Het geloof van mijn vader’). En wat zij met die geschiedenis aan moest. Ze putte daarvoor uit de dagboeken die haar vader jarenlang bijhield en zelf al had overgetikt op de computer. Maar terwijl ze zich verdiepte in zijn verhaal, kreeg ze steeds hevigere migraineaanvallen, de ziekte waar ook haar vader aan had geleden, tot ze het boek uiteindelijk zelfs een tijd lang moest wegleggen.
Terugblikkend zei ze: ‘Je moet jezelf het recht geven om het verhaal te vertellen. Dat recht kan niemand anders je geven. Als je dat gevoel nog niet helemaal hebt, gaat het haperen en ga je uitstellen, je gaat omtrekkende bewegingen maken, of omslachtig formuleren. Je eigenaar voelen van je verhaal, heeft te maken met dat je vindt dat je het recht hebt om het te vertellen, in je eigen woorden.’
Zolang de familie of andere betrokkenen nog over je schouder meekijken, en je stiekem nog hun goedkeuring wilt, heb je dat recht nog niet echt opgeëist, stelde ze. ‘Je moet durven vertrouwen op je visie, je beleving, en je vaardigheden. Ik denk dat dat geldt voor alle kunsten.’
Vrijheid
Corien hielp het om haar vader in het boek bij zijn voornaam te noemen: Kees. Daarmee werd hij een personage. ‘Toen werd ik de baas over het personage en kreeg ik de vrijheid om het verhaal te vertellen zoals het voor mij was, niet zoals het misschien voor anderen was. Je zult altijd dingen zeggen waar anderen het niet mee eens zijn. Dat moet je kunnen verdragen.’
Ik fietste terug en dacht: ownership nemen, dat slaat eigenlijk op alles in het leven. Sta je aan het roer of ben je toeschouwer? Pas als je zelf handelend aanwezig bent, ben je aan het creëren.
Drie vragen:
Voel jij al helemaal het recht om je verhaal te vertellen? Hier drie vragen om daar voor jezelf achter te komen:
1 Merk je dat je je inhoudt tijdens het schrijven? Stokt het, maak je omtrekkende bewegingen of gebruik je een vocabulaire dat niet bij jou past?
2 Heb je bewust of onbewust het gevoel dat er iemand over je schouders meekijkt? En verlang je nog naar diens (of hun) goedkeuring?
3 Heb je het idee dat je je moet kunnen verantwoorden voor hoe jij je verhaal brengt?
Volgende keer: hoe hou je de aandacht van je lezer/publiek vast?
Werk je aan een mooi project en zou je graag met een story doctor willen sparren over wat nu het emotionele hart van je verhaal is? Stuur me een berichtje.